Van kindertehuizen terug naar familie

WereldOuders pionier in radicaal andere aanpak Bolivia

Bolivia

In gesprek over re-integratie met Patricia Rueda, directeur van ons programma in Bolivia.

Alle kinderen willen opgroeien bij hun ouders. Ook als er geen geld is of er andere problemen spelen in het gezin. Bij ouders of familie ben je pas echt thuis. De Boliviaanse overheid plaatst kinderen die met ondersteuning wél bij hun ouders of bij familie zouden kunnen wonen, tot voor kort steeds in kindertehuizen. Lange tijd leek dit een logisch en veilig alternatief voor kinderen zonder een veilige thuisbasis. De kinderen die in een kindertehuis van WereldOuders zijn gekomen, hebben we alles geboden waar we voor staan: een veilig thuis, onderwijs, medische zorg en zelfredzaamheid. Ondanks dit alles raken ze echter toch vervreemd van hun familie en de gemeenschappen waarbij ze van origine horen. Daarbij komt het stigma van het opgroeien in een kindertehuis. Een tehuis kan een te simpele oplossing zijn, met grote emotionele en sociale gevolgen voor het kind.

In 2020 zijn we begonnen met een re-integreren van kinderen bij hun biologische familie. We hebben gezien dat het zorgt voor stabiliteit en dat zich kansen ontwikkelen voor het hele gezin. Het zorgt voor een betere basis en toekomst voor de kinderen. Het zet kinderen en ouders weer in hun recht. Door meer kinderen te re-integreren met hun families vergroten we onze impact. We helpen niet alleen de kinderen, maar ook familieleden zoals vaders en moeders, ooms en tantes, opa’s en oma’s.

Gezin weer samen - alleenstaande vader met zijn drie zoontjes

In welke mate worden de kinderen en gezinnen betrokken bij de besluitvorming?

De eerste stap in het re-integratieproces is luisteren naar wat het kind wil, wat het gezin wil, hoe ze zichzelf en hun toekomst samen zien. Je kunt zo’n ingewikkeld proces niet starten als het kind en het gezin zich er geen onderdeel van voelen. Als we een re-integratieproces zouden beginnen door te zeggen: “Wij zijn professionals, we hebben besloten dat het in het belang van het kind is om te re-integreren binnen zijn familie en dit is hoe we het gaan doen”, dan geven we de familie helemaal geen zeggenschap over hun eigen leven. We plaatsen ons eigenlijk boven hen. Tegelijkertijd zijn we wel degelijk professionals en geloven we echt dat het in het belang van veel kinderen is om bij hun eigen familie te wonen. Het is dus een dunne lijn waarbij we proberen om niet onze overtuigingen en ervaringen te projecteren, maar om de wensen van de familie te respecteren, je in te leven in hun realiteit, hun dagelijks leven en de obstakels die ze hebben. We beginnen daarom met het opbouwen van een vertrouwensrelatie met het gezin.

De eerste stap in het re-integratieproces is luisteren naar wat het kind wil, wat het gezin wil, hoe ze zichzelf en hun toekomst samen zien.

We leren om ons eigen plan, ons protocol, alles wat we denken dat het beste is voor de familie, te vergeten en de vraag te stellen; “Wat willen jullie en wat hebben jullie nodig? We laten het gezin zelf beslissen welk teamlid ze het meest vertrouwen. En vanuit deze vertrouwensrelatie starten we het proces om samen met het kind en het gezin te beslissen of re-integratie mogelijk is en hoe we re-integratie kunnen realiseren.

Jullie maken een familieplan. Hoe gaat dat in z’n werk?

Met elk gezin maken we een op maat gemaakt plan voor re-integratie. Elk plan is anders, omdat elk gezin anders is. Het gezin schrijft zelf het plan. Wij plaatsen onszelf in de rol van een gids, een facilitator. Juist omdat wij de antwoorden niet hebben. De antwoorden komen van de familie. Het is hun realiteit, hun leven. Natuurlijk proberen we op een respectvolle manier advies geven en kaders te bieden wat een gezin zou moeten doen om een re-integratie succesvol te laten verlopen. We zeggen bijvoorbeeld: ons doel is een gezond gezin. We bespreken met het gezin hoe een gezond gezin eruit ziet: emotioneel, fysiek, economisch, sociaal, cultureel, enz. Het gezin start met het schrijven van het plan. In het schrijven, in het plaatsen van elk woord, elk leesteken, neemt het gezin onbewust een verplichting op zich.

Met elk gezin maken we een op maat gemaakt plan voor re-integratie. Elk plan is anders, omdat elk gezin anders is.

We hebben een methodologie waarbij we het kind en zijn/haar gezinsleden niet alleen als individuen bekijken. We hanteren de familiesysteembenadering waarbij we kijken naar de wisselwerking tussen verschillende gezinsleden en tussen het gezin in hun omgeving. In onze cultuur is er vaak een aaneenschakeling van ingesleten patronen, vaak van generatie op generatie. Veel families in het programma hebben geleerd om in conflictsituaties te moeten (over)leven, soms met verslavingsproblemen en soms door gewelddadige gedragspatronen te ontwikkelen. We werken met de gezinnen en proberen deze patronen te herkennen om vervolgens samen te kijken hoe we deze kunnen doorbreken.

Is het niet moeilijk als een kind weer teruggaat naar een extreem armoedige leefsituatie?

Tachtig procent van de gezinnen waarmee we werken leven in extreme armoede. Juist ook voor deze gezinnen is het heel belangrijk om een hechte band met hun kind te behouden, ook al is het kind in een instelling geplaatst. In deze omstandigheden is het vaak moeilijk voor ons om toe te geven dat het in het belang van het kind is om, mits veilig,  bij zijn eigen familie te wonen, zelfs als we geconfronteerd worden met een situatie van extreme armoede. We zien nu in dat dit hun realiteit is en dat we door nu het hele gezin te ondersteunen,  we daarmee op de lange termijn de armoedespiraal kunnen doorbreken. Armoede alleen mag nooit een reden zijn om een kinderen in het een tehuis te plaatsen.

Hoeveel gezinnen zijn er inmiddels herenigd?

Toen we in 2020 aan dit proces begonnen, wisten we niet of we in staat zouden zijn om de families van alle kinderen te vinden. Omdat we in onze organisatie de kinderen die bij ons wonen altijd als weeskinderen hebben beschouwd of als kinderen die geen andere plek hebben om te wonen. We zijn in 2020 begonnen met de zoektocht door het hele land naar de biologische familieleden, niet alleen de biologische moeder en vader, maar ook de uitgebreide families: tantes, ooms, grootouders.

We zijn de archieven ingedoken op zoeken naar informatie over de achtergrond van de kinderen.  Onze maatschappelijk werkers reisden door het hele land,  naar de gemeenschappen waar de kinderen vandaan bleken te komen. Eén maatschappelijk werker ging bijvoorbeeld naar een gemeenschap in een afgelegen provincie dat wel 12, 13 uur rijden is. Bij aankomst ging zij naar de priester van de stad daar en vroeg hem om tijdens de mis aan te kondigen dat we op zoek waren naar een bepaald gezin. De priester deelde vervolgens de informatie en ons telefoonnummer tijdens de mis. Vier dagen later kregen we een telefoontje van iemand die zei: Ik ken dit kind. Je kunt je de vreugde en opluchting die we als team op zo’n moment voelen niet voorstellen! Dat is echt het lange reizen en het lange zoeken waard, het is alles waard. Tot nu toe hebben we 33 van de 34 families gevonden. Het blijkt dat bijna alle kinderen die in het tehuis van NPH Bolivia wonen nog familieleden hebben. Het vinden van de familie is één, maar ervoor zorgen dat de familie ook voldoet aan de voorwaarden voor re-integratie is niet vanzelfsprekend. De veiligheid en het welzijn van de kinderen en het gezin staat bovenaan!

Dat is echt het lange reizen en het lange zoeken waard, het is alles waard.

Jullie werken ook inmiddels met de “Mijn Backpack”‘ methode?

Ik ben erg enthousiast over de methode van Mijn Backpack, omdat het een methode is die recht doet aan de belevingswereld van het kind. Sinds we deze methode toepassen, merken we dat kinderen zich vrijer en zelfverzekerder voelen om hun eigen ervaringen te delen. De mening  van de rechter, de advocaat, de buurvrouw, de moeder zal nooit helemaal hetzelfde zijn als die van het kind. Waar het ons om gaat is het kind, want het is het kind waar we mee werken en het is het kind dat bijvoorbeeld leerachterstanden, gedragsproblemen, eetstoornissen, ontwikkelingsachterstanden, etc. vertoont. Deze problemen komen vaak voort uit het trauma ontstaan na plaatsing in een instelling. Om het kind te laten helen, moeten we kijken naar hoe het kind dit trauma heeft ervaren.  En zoals bij elk trauma is er een verwerkingsproces nodig. We bieden kinderen een veilige ruimte om hun verhaal te delen met de belofte dat wát ze ook zeggen, ze geaccepteerd zullen worden. En dat is waar onze filosofie van onvoorwaardelijke liefde om de hoek komt kijken: wat je ook zegt, of je je nu negatief of positief voelt over je verblijf  bij ons in het opvanghuis, je wordt geaccepteerd en jouw mening is veel waard.

De families écht centraal stellen in ons werk is een van de belangrijkste veranderingen waar we aan gewerkt hebben.

Toen ik net aan de slag ging voor NPH Bolivia, herinner ik me nog goed dat de toenmalige directeur me vertelde dat de bezoekdag de meest verdrietige dag van allemaal was. Vaak maar drie of vier kinderen hadden het geluk hadden om bezoek te krijgen van familie, terwijl bij veel andere kinderen niemand kwam opdagen. Ontzettend verdrietig natuurlijk. Je denkt dan natuurlijk dat deze kinderen geen familieleden hebben die voor hen willen zorgen, waar ze op terug kunnen vallen. Maar toen we actief op zoek gingen naar de families, merkten we dat familieleden niet naar de bezoekdag waren gekomen omdat ze zich niet welkom voelden. Het was voor hen totaal niet duidelijk dat hun kind op hen zaten te wachten. Het werd door ons ook niet aangemoedigd. Bovendien hadden we geen rekening gehouden met de gangbare werktijden van de familieleden. Ik hing eerder altijd een bordje op onze deuren met de data en tijden van onze bezoekdagen. Maar wat als de gezinsleden op die dag moesten werken? Wat als de familieleden te ver weg woonden en niet op tijd aanwezig konden zijn? Nu realiseer ik me dat we wij onszelf veel te veel centraal hadden gesteld in plaats van de gezinnen. We hebben hard gewerkt om onze focus te verleggen. We moedigen de familieleden aan om zoveel mogelijk tijd met de kinderen door te brengen. Als dit betekent dat een oma de kinderen op dinsdagavond wil bezoeken, dan open ik onze deuren op dinsdagavond. De families écht centraal stellen in ons werk is een van de belangrijkste veranderingen waar we aan gewerkt hebben.

Lees hier meer over de re-integratie van kinderen in Bolivia

 

Verhalen